Kunstenaarsboeken bij het RKD (Art & Project, Stichting Octopus en Ed Ruscha).


Ed Ruscha aan het werk in Stadskanaal 1971
foto: Poul ter Hofstede, conservator Groninger Musum (©)
(Bron: RKD bulletin 2013/2)
Volgens een nieuw geformuleerde missie houdt het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) in Den Haag zich bezig met het toegankelijk maken van informatie over Nederlandse kunst in internationale context. Internationaal is ook de scope van het project kunstenaarsboeken. Door de komst van het archief van galerie Art & Project kwam het RKD in het bezit van een groot aantal kunstenaarsboeken van conceptuele kunstenaars als John Baldessari, Robert Barry, Stanley Brouwn, Daniel Buren, Sol Lewitt en Lawrence Weiner. Klik voor meer informatie over deze uitgaven van Art & Project op: Kunstenaarsboeken uit Nederland en België. Naast de collectie (kunstenaars-) boeken en tijdschriften bevat dit archief ook onder andere stukken betreffende de voorbereidingen van de door Art & Project uitgegeven bulletins met bijdragen van kunstenaars. Tevens herbergt het archief algemene correspondentie met binnenlandse en buitenlandse musea, galeries en andere kunstinstellingen en de per kunstenaar geordende dossiers met archief en beeldmateriaal. Archief en bibliotheek beslaan ongeïnventariseerd samen circa 92 meter. Deze verzameling en de al aanwezige kunstenaarsboeken worden nu gecollectioneerd en beschikbaar gesteld voor raadpleging en bruiklenen. In de komende jaren zal het RKD verder werken aan de ontsluiting van de publicaties en het opbouwen van expertise op dit gebied (bron: RKD bulletin 2013/2).




Fragmenten uit: Dutch Details (bron: collections.otis.edu)
Tot 28 februari 2014 presenteert het RKD kunstenaarsboeken van Ed Ruscha en de bijzondere uitgaven van de Nederlandse Stichting Octopus. Deze zijn te bezichtigen in de RKD-vitrines bij de entree. De boeken van Ed Ruscha maken deel uit van het archief van galerie Art & Project. Zijn kunstenaarsboek met de titel ‘Dutch Details’ (1971) werd uitgegeven door de Stichting Octopus. Ruscha maakte dit fotoboek in Nederland voor de kunstmanifestatie Sonsbeek 71 (‘Sonsbeek buiten de Perken’). Voor meer informatie over deze uitgave klik op: Dutch Details van Ed Ruscha. In het RKD Bulletin van december 2013 is een artikel over Ruscha's ‘Dutch Details’ opgenomen door de kunsthistoricus Hans Ebbink. Hierin ontrafelt Ebbink de spannende geschiedenis achter dit zeer bijzondere en zeldzame kunstenaarsboek.

De Stichting Octopus beoogde – zonder winstbejag – een serie uitgaven te realiseren op het gebied van de eigentijdse beeldende kunst. De aard van de reeks werd bepaald door het werk van kunstenaars uit binnen- en buitenland. De keuze van de uitgaven werd mede bepaald door de actualiteit en de kwaliteit. Het doel van de stichting was een zo groot mogelijk publiek te bereiken. Octopus wilde de uitgaven voor iedereen toegankelijk maken. De oplage van elke uitgave was daarom onbeperkt, waardoor ook de prijzen laag gehouden konden worden. De stichting maakte tussen 1969 en 1972 naast prenten, geschreven en getekende ideeën, ruimtelijke projecten (bouwdozen, objecten etc.) enkele bijzondere kunstenaarspublicaties: een kalender van Ger van Elk, een map met groot formaat dagboekbladen van Ben d’Armagnac en Ger Dekker (titel: ‘Negen dagen uit het leven van Ben d’Armagnac en Ger Dekker’), het boek ‘Cubics’ van J. Slothouber en W. Graatsma en het boek ‘Poppetgom’ (layout: Jan van Toorn) in een blik (bron: informatieblad Stichting Octopus, bijlage Revue Intergration 11 + 12 1976).







Blik, kussentje en fragmenten uit Poppetgom

Poppetgom, een verzonnen woord (mengeling van "puppets en pop"), was een anarchistisch theaterstuk uitgevoerd door Theater Scarabee, onder leiding van Adri Boon. Na het debuut in 1969 in Den Haag, zijn er voorstellingen geweest in Amersfoort, Rotterdam, Parijs, Genève en Milaan. Op woensdag 4 juni 1969 zond de Nederlandse televisie in het programma Eigentijds Poppetgom uit. Het boek (1970) geeft een beeld van het opgevoerde theaterstuk. Niet alleen d.m.v. foto's maar ook door gedichten/tekst en tekeningen van Lucebert. Jan van Toorn stelde voor om het boek te verpakken in een olieblik (met geel opblaasbaar kussen als bescherming), zodat het geopend moest worden met een blikopener. Een van de medewerkers die zich ook bezighield met vormgeving/uitgave van het boek was Wim Crouwel.

De eerste uitgave van de Stichting Octopus was het ‘Speelboek’ (1969) van Jaap Mooy. Mooy behoorde tot de kunstenaars die zich kenmerkten door eenzelfde experimenteel-romantische inslag als Cobra, maar er niet bij aansloot. Dit gold ook voor onder andere Ger Lataster, Jan Sierhuis en Jef Diederen. Mooy sloot zich aan bij Vrij Beelden. Hij hield zich zowel met schilderen als beeldhouwen bezig. Net als de neo-constructivisten Paul van de Vliet en Marius Quee houdt Jaap Mooy zich vanaf midden jaren zestig bezig met geometrische composities en ruimtelijke situaties in constructivistische zin. Vooral zwarte geometrische vormen op een wit vlak. Ongeveer tegelijkertijd ontstaan een reeks manipuleerbare 'tast- en speelplastieken'. Dan ontstaat ook het ontwerp voor ‘Speelboek’. Het bestaat uit kartonnen platten in ringband in omslag met een maat van 32,5 x 38,5 cm., waarin het zwart-wit werk van Mooy gehalveerd is, zodat er telkens andere, maar in elkaar overlopende boven- en onderkanten aan elkaar te leggen zijn. De vormen verrassen voortdurend door hun mogelijkheden, waardoor ze een speelsheid krijgen die verwant is aan het vormenspel van Jean Arp. Mooy: “Dat speelboek sloot aan bij mijn schilderijen en beeldhouwwerk, die schilderijen beïnvloedden de kleurkeuze: zwart/wit, het spelelement is afgeleid van de plastieken. Vroeger maakte ik plastieken uit afval, schroot, van autowielen en fietskettingen, je kent dat wel’ (bron: informatieblad Stichting Octopus, bijlage Revue Intergration 11 + 12 1976).




Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...